Waarom cyclusanalyse? inleiding: gangbare opvattingen over de beurs

juli 4, 2019 0 comments Quote Aandelen Beleggen, gangbare theorie, Leven van de beurs

Waarom cyclusanalyse?

Wie van de beurs wil leven heeft een consistente geldstroom uit de beurs nodig. Hoe breng je die geldstroom op gang?


Laten we eerst kijken naar de gangbare theorie en technieken.

Aandelen

Het verst is de theorie ontwikkeld t.a.v. aandelen. Kort gezegd luidt die als volgt:

  1. Koop alleen aandelen van goede kwaliteit
  2. Koop die op het moment dat je vindt dat ze goedkoop zijn
  3. Maak je geen zorgen over timing, want timing is onmogelijk: altijd instappen dus.
  4. Houd ze vervolgens jarenlang in portefeuille.
  5. Je hebt er dan geen omkijken naar, want
  6. De geschiedenis leert dat je altijd spekkoper bent met deze manier van doen


Dit klinkt redelijk en overtuigend. En hoe werkt het in de praktijk?
Bij nader inzien ontbreekt altijd het volgende:

  1. Exacte criteria om de aandelen te kiezen.
  2. Een exacte definitie van wat “jarenlang” inhoudt.
  3. Een aanduiding wanneer winst genomen moet worden.

In de praktijk komt het erop neer dat er een soort consensus is over welke aandelen gekozen moeten worden. Deze consensus berust op fantasieen over de toekomst van een aandeel. Men projecteert wat winstgegevens naar de toekomst en komt dan tot de ontdekking dat een aandeel goedkoop is. Want zo redeneert men: dit aandeel is in de toekomst heel veel meer waard dan nu. Kopen dus, en wel onmiddellijk.


Test: 28-11-2000 naar 26-6-19

Voor deze test neem ik aandelen die op het moment van koop [ 28-11-19] voldeden aan de genoemde criteria .

Eind 2000 werden algemeen de volgende aandelen uit Amsterdam geacht de goudmijnen van de toekomst te zijn. Ze waren gezien de toekomst perspectieven zwaar ondergewaardeerd volgens de kenners.

I ik geef de aandelen, de koers van 28-11-00 en 21-6-19. Met de resultaten na 19 jaar:

  1. Aalberts 28,= 32.95 ==> winst in 20 jaar 4.95, zeg 15% ==> inleg 10.000,= nu 11.500
  2. Aegon 48.83 4.37 ==> – 44.46, zeg 90% ==> inleg 10.000 nu 1.000
  3. AHOLD 37.08 20.95 ==> – 16.13, zeg 45% ==> inleg 10.000, nu 4.500
  4. AKZO 57.15 81.78 ==> 24.63, zeg 48% ==> inleg 10.000, nu 14.800
  5. DSM 17.89 109.50 ==> 91.61, zeg 519% ==> inleg 10.000, nu 51.900
  6. Heineken 70.65 99.82 ==> 19.17, zeg 25% ==> inleg 10.000, nu 12.500
  7. ING 42.55 9.85 ==> – 32.70 , zeg 80% ==> inleg 10.000, nu 2.000
  8. KPN 24.24 2.82 ==> 21.42, zeg 90% ==> inleg 10.000, nu 1.000
  9. Philips 48.15 38.85 ==> – 9.30, zeg 20% ==> inleg 10.000, nu 8.000
  10. Kon Olie 36.19 28.98 ==> – 7.21, zeg 20% ==> inleg 10.000, nu 8.000
  11. Elsevier 10.51 21.93 ==> 11.42, zeg 100% ==> inleg 10.000, nu 20.000
  12. Unilever 26.48 54.17 ==> 27.69, zeg 105% ==> inleg 10.000, nu 20.500
  13. Wolters 29.44 65.86 ==> 36.42, zeg 130% ==> inleg 10.000, nu 23.000

Dat wil zeggen: van de 13 topaandelen uit 2000 zijn er 8 winstgevend, ze leveren 82.800 op en 5 leveren verlies op 26.500 ==> totaal resultaat in 19 jaar: 56.300: per jaar gemiddeld 2.960 euro’s.

Wie goed kijkt ziet het volgende:

  1. 3 Aandelen verdubbelen in waarde.
  2. 2 aandelen behouden hun waarden met een kleine plus
  3. 5 aandelen verliezen tussen de 50 en 90% van de inleg

Dat wil zeggen: deze theorie is niet het juiste uitgangspunt voor wie wil leven van de beurs. Althans niet voor wie dat via zelf beleggen wil doen.

Wat dan wel? Dat behandel ik in vervolg-artikelen, maar wie een indruk wil krijgen kan alvast kijken op BootCycles

Geef een reactie